Afdrukken

JEZUS EN MARIA IN DE ISLAM

Jezus Christus, in de Koran Isa, de 'Messias' genoemd, is een belangrijke godsdienstige figuur in de islam. Hij wordt geprezen om zijn levenswijze die symbool stond voor zuiverheid, vergevingsgezindheid, liefde voor de zwakkeren en kwetsbaren, strijd tegen onrecht en voor gehoorzaamheid aan God. Ook wordt hij geprezen vanwege het feit dat hij de drager is van 'Gods Woord', het Evangelie.

Met de hulp van God kon Jezus ontelbare wonderen verrichten. Maar ook zijn geboorte en zijn dood waren Gods uitdaging voor de mens en zijn bevattingsvermogens. Jezus is, biologisch gezien, op een onnatuurlijke manier ter wereld gebracht. Zijn moeder, de maagd Maria, had namelijk op geen enkele manier gemeenschap met een man gehad.

En (gedenk) haar, die haar kuisheid bewaarde. Wij bliezen haar onze geest in en wij maakten haar en haar zoon tot een teken van alle volkeren' (Koran, 21, 91).

Zelfs Maria reageerde met ongeloof toen ze van de, in gestalte van een man aan haar verschenen, Heilige Geest, hoorde dat ze een kind zou krijgen:

'Hoe kan ik een zoon ontvangen terwijl geen man mij heeft aangeraakt en ik evenmin onkuisheid heb bedreven' (Koran 19, soera Marjam, 21).

De Heilige Geest antwoordde:

‘Het is zo naar uw Heer zegt, het is gemakkelijk voor Mij, opdat Wij hem tot een teken voor de mensen maken, een genade onzerzijds; het is besloten jaar’ (Koran 19, 22)

Maria raakte in paniek, vooral na de bevalling. Ze zou liever vóór dat gebeuren gestorven zijn. Begrijpelijk, gezien de verdachte positie waarin de gemeenschap haar zou duwen. Maar God troostte haar en gaf haar opdracht om te zwijgen wanneer ze door haar volk werd aangesproken. 'O Maria, gij hebt iets vreemds gedaan','0 zuster van Aaron, uw vader was geen verdorven man noch was uw moeder een onkuise vrouw’, riep het volk verontwaardigd tegen haar. Omdat Maria niet mocht praten, wees ze naar haar pasgeboren kind. En tot ieders verbazing riep het wiegekind:

‘Ik ben een dienaar van God. Hij heeft mij het Boek gegeven en mij tot een profeet gemaakt; Hij heeft mij gezegend waar ik mij ook moge bevinden; en heeft mij het gebed en het geven van aalmoezen zolang ik leef opgelegd. En dat ik gehoorzaam zou zijn jegens mijn moeder. Hij heeft mij noch een onderdrukker, noch een slecht mens gemaakt. Vrede was met mij op de dag mijner geboorte en zal mij met zijn op de dag van mijn dood en evenzo op de dag dat ik ten leven zal worden opgewekt’ (Koran 19, 31-34)

Met deze wonderbaarlijke geboorte is Jezus zijn leven begonnen. En zo is hij door het leven heen gegaan. Veel wonderen verrichtte hij. Toen men zijn boodschap niet aankon besloot men om hem te vervolgen. Hij werd op een leeftijd van ongeveer 33 jaar veroordeeld tot de dood. Isa is echter niet vermoord, maar onopgemerkt naar de hemel (naar God) opgestegen. De man die gekruisigd werd, was iemand anders, aldus de islamitische versie.

Tenslotte: het is de moeite waard om de geboorte van deze bijzondere profeet te vieren.

Fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar.

 

Mohamed Ajouaou

http://www.flwi.ugent.be/cie/majouaou/ajouaou12.htm

 

 

Jezus en Maria in Koran en Bijbel

In veel opzichten staat het protestantisme dichter bij de islam dan het katholicisme. Er is hierop één uitzondering: de persoon van Maria. Waar bij de persoon van Jezus de Koran duidelijk de goddelijke oorsprong van Jezus als zoon van God ontkent, is er voor Maria alleen lof en eerbied. De commentatoren worden zelfs in verlegenheid gebracht door het feit dat Maria in de Koran bijna als een profeet wordt voorgesteld, terwijl dat doorgaans alleen mannen zijn. In veel moslim landen schuwen moslims niet om haar in katholieke kerken met een bezoek te vereren.

In hoofdstuk 3 van de Koran wordt verhaald hoe de jeugdige Marjam (Maria) aan de zorg van Zakariya (Zacharias) wordt toevertrouwd in de tempel (mihraab) en hoe God haar op wonderlijke wijze, via een raaf volgens de traditie, proviand bezorgde en in haar onderhoud voorzag. In veel moskeeën vindt men een verwijzing naar dit gebeuren in een tekst die zich meestal boven de mihraab (nis, in de richting van Mekka) bevindt: ‘Telkens als Zakarijja bij haar (=Marjam, Maria) in de mihraab (hier: heiligdom) binnenkwam, vond hij proviand bij haar...’ (soera 3:37).  Bij de geboorte van Maria had haar moeder God gevraagd om bescherming tegen de duivel. Vandaar dat een overlevering (hadieth) zegt: ‘Elke pasgeboren mensenzoon wordt door Satan geraakt, behalve de zoon van Marjam en zijn moeder’. De islam kent dus wat de katholieke traditie de onbevlekte ontvangenis noemt. Zo wordt ook haar uitverkiezing uitgelegd in 3:42 “God heeft jou uitverkoren boven de engelen en jou rein gemaakt en Hij heeft jou uitverkoren boven de vrouwen van de werelden”. Marjam is dus volgens de islamitische traditie gevrijwaard van alle vlekken van lichaam en geest.

Maar ook Jezus wordt als profeet in de islam zeer geëerd en kent in de Koran een aantal verheven titels.  Zo wordt Jezus een woord van waarheid genoemd, een woord van God, een profeet, een getuige van de verrijzenis, een teken voor de mensen. Hij is een voorbeeld dat gevolgd moet worden en gehoorzaamd. Hij staat in hoog aanzien, hier en in het hiernamaals, is gezegend en gesterkt met de geest van heiligheid. Hij is een asceet, een leidsman.

Moslims zijn dus hoog verbaasd dat zij Jezus met eerbied en respect bejegenen, terwijl sommige christenen of niet-gelovigen hun profeet Mohammed beledigen en door het slijk halen.

De geboorteverhalen, tevens roepingsverhalen, van Johannes en Jezus worden in het evangelie van Lucas, hoofdstuk 1, verteld.  De ouders, Elisabet, Zacharias en Maria, vroom en kinderloos, krijgen de aankondiging van Gabriël in bijzondere omstandigheden. Elisabet en Zacharias worden met de heilige geest vervuld en ook over Maria zal de heilige geest komen en zal de kracht van de Allerhoogste haar als een schaduw bedekken. De geschrokken ouders, Zacharias en Maria, worden gerustgesteld en bezingen in hun lofzang (magnificat, benedictus) het Messiaanse heil. Johannes zal velen bekeren, profeet van de Allerhoogste zijn  en Jezus een bevrijder en een groot man. De vreugde van de ouders bij de geboorte van deze twee kinderen vindt zijn echo in de vreugde die zal zijn voor heel het volk.

De Koran kent een zelfde parallellisme van deze twee verhalen, die zelfs in twee hoofdstukken terugkomen, soera 19 en soera 3.

Van de ouders van Zakariya wordt gezegd dat zij wedijverden in goede daden en God aanriepen in verlangen en ontzag. De geboortes vinden ook hier plaats in wonderbaarlijke omstandigheden: Isa (Jezus) wordt in de schoot van zijn moeder door Gods woord geschapen en Jahja wordt geboren (Johannes) uit een onvruchtbare vrouw. Ook hier wordt de geboorte voor beiden een roepingsverhaal: Isa verdedigt Marjam tegen de boze tongen en zegt: “Ik ben Gods dienaar (abd-allah). Hij heeft mij het boek gegeven en tot profeet gemaakt. En de vrede is bij mij de dag dat ik geboren ben, bij mijn sterfdag en op de dag dat ik tot leven wordt opgewekt.”

Mogen moslims, christenen en joden elkaars boeken bestuderen en bevragen.

De poort die God opent, kan geen mens sluiten.

Piet Reesink, november 2004

 

De geboorte van Isa/Jezus in de Koran

Soera 19,16-35

En vermeld in het boek Marjam.

Toen zij zich van haar familie terugtrok naar een oostelijke plaats en een afscherming tegen hen maakte. Toen zonden Wij Onze geest naar haar en hij deed zich voor als een goedgevormde mens.

Zij zei :”Ik zoek bij de Erbarmer bescherming tegen jou, als jij godvrezend bent.’

Hij zei: “Maar ik ben de gezant van jouw Heer om jou een reine jongen te schenken.”

Zij zei: “Hoe zou ik een jongen krijgen, terwijl geen mens mij aangeraakt heeft; en ik ben geen onkuise vrouw.’

Hij zei: “Zo is het. Jouw Heer heeft gezegd: ‘Het is voor Mij gemakkelijk. En het is opdat Wij hem tot teken voor de mensen maken en uit barmhartigheid van Ons. En het is een beslissing die gevallen is.’

Dus werd zij zwanger van hem en trok zich met hem terug naar een afgelegen plaats.. Toen maakten de weeën dat zij naar de stam van de palm ging. Zij zei: “Ach was ik maar eerder gestorven en was ik maar volstrekt in vergetelheid geraakt.”

Maar hij riep haar van onder haar vandaan: “Wees niet bedroefd, jouw Heer heeft onder jou een beekje geplaatst. En schud de stam van de palm naar jou toe dan zal zij verse rijpe dadels op je laten vallen. Eet en drink dan en wees goedsmoeds en als jij iemand van de mensen ziet zegt dan: ‘Ik heb aan de Erbarmer de gelofte gedaan mij te onthouden en dus zal ik vandaag met geen mens spreken.’

Toen kwam zij met hem bij haar mensen, terwijl zij hem droeg.

Zij zeiden: “O Marjam, jij hebt echt iets ongehoords begaan. Zuster van Haroen, jouw vader was geen slechte man en jouw moeder was geen onkuise vrouw!”

Maar zij wees naar hem.

Zij zeiden: “Hoe kunnen wij spreken met iemand die nog een kind in de wieg is? “

Hij zei: “Ik ben Gods dienaar; Hij heeft mij het boek gegeven en mij tot profeet gemaakt. En Hij heeft mij gezegend gemaakt waar ik ook ben en Hij heeft mij de salaat en de zakaat opgelegd zolang ik leef en ook om plichtsgetrouw te zijn jegens mijn moeder en Hij heeft mij niet tot ellendige geweldenaar gemaakt. En vrede zij met mij op de dag dat ik geboren werd, op de dag dat ik sterf en op de dag dat ik weer tot leven wordt opgewekt.”

Dat is Isa, de zoon van Marjam, het woord van de waarheid waaraan zij twijfelen. God is niet zo dat Hij zich een kind neemt. Geprezen zij Hij! Wanneer Hij iets beslist dan zegt Hij er slechts tegen: ‘Wees’ en het is.

(Vertaling Fred Leemhuis)